Zuid-Afrika beschermt huis en haard
De Pers

Zuid-Afrika is één van de meest criminele en gewelddadige landen ter wereld. Steeds meer Zuid-Afrikanen volgen een huis- en haard beschermingscursus waarin ze leren om te gaan met AK47 en Uzi’s. De cursus zorgt niet alleen voor een gevoel van veiligheid maar ook voor Afrikaner verbroedering.

Even voorbij het Zuid-Afrikaanse Oranjeville, zo’n twee uur ten zuiden van Johannesburg, ligt bij een dam het Jim Fouche Holiday Resort. Een vakantieplek die wordt gepromoot als een mekka voor waterliefhebbers. Maar deze zaterdag en zondag is het onmogelijk om in een bootje rustig de hengel uit te gooien. Dit weekend suizen er kogels over het water uit jachtgeweren, R5’s en pistolen.

Een groep van zo’n 65 Afrikaners, afstammelingen van voornamelijk Nederlanders die eeuwen geleden voet aan wal zetten in Zuid-Afrika, hebben zich vrijdagavond in de Vrijstaat verzamelt voor een tweedaagse training. Allemaal hebben ze hetzelfde doel. De bejaarde vrouw uit een provinciestad die niet durft te slapen zonder tien keer alle ramen en deuren te hebben gecontroleerd, het jonge meisje uit metropool Johannesburg die met roodgelakte nagels nieuwsgierig een geweer oppakt, en het pasgetrouwde stel dat samen een boerderij heeft in het noorden van het land. Allemaal willen ze leren hoe ze zichzelf kunnen verdedigen.

De beveiligde complexen, hoge muren, tralies en alarmsystemen zijn niet meer genoeg voor een gevoel van veiligheid. Bovendien moet je je zwaarbeveiligde vesting ook weleens uit. Tijdens het zogenaamde Farm Security weekend, ook wel huis- en haard beschermingscursus genoemd, leren Zuid-Afrikanen hoe ze in kunnen staan voor hen eigen veiligheid. Het belangrijkste onderdeel is het gebruik van wapens.

De cursus wordt steeds populairder in Zuid-Afrika. En niet alleen bij Afrikaner boeren, waar het veiligheidsweekend zich op de eerste plaats op richtte, maar ook bij stadsmensen uit Johannesburg en Pretoria. Criminaliteit is een dagelijkse realiteit. Volgens Statistics South Africa, het Zuid-Afrikaanse CBS, worden er per dag 54 moorden gepleegd, 144 mensen verkracht, en zijn er 627 berovingen. Op Zuid-Afrikaanse boerderijen zijn er 700 procent meer aanvallen dan waar dan ook ter wereld. Sinds 1994 zijn er 200.000 zogenaamde plaasaanvalle geweest. Volgens de laatste cijfers uit 2005, zijn daarbij 17.000 boeren omgekomen.

Meer angst

De aanvallen op de boerderijen inspireerde boerenvakbond TAU om de veiligheidscursus in eerste instantie te beginnen. Boer en oud-legerkolonel Gideon Meiring heeft de cursus als voorzitter van de veiligheidsafdeling van de vakbond mee opgezet. Deze vrijdagavond spreekt hij in legeroutfit de nieuwe groep cursisten toe. Volgens hem doet de overheid onvoldoende tegen de criminaliteit. ‘Ons es op onsself aangewese. We moeten elkaar ondersteunen. Je moet weten wat het nummer van je buurman is zodat hij je kan helpen.’

De criminaliteitscijfers in Zuid-Afrika dalen licht. Toch wijst onderzoek uit dat steeds meer Zuid-Afrikanen bang zijn. De veiligheidsexpert Anthony Altbeker schrijft in het pas verschenen boek ‘A country at war with itself’ dat Zuid-Afrika niet alleen uniek is wegens de hoge misdaadcijfers, maar vooral om het geweld dat met een misdrijf gepaard gaat. Mensen worden mishandeld en vermoord voor mobiele telefoons en wat bankbiljetten. Bovendien is er een gevoel dat de politie niet genoeg doet.

De 32-jarige Annelies Horn uit Johannesburg, die bij een casino werkt als assistent accountant, besloot zich op te geven voor het huis- en haardbeschermingsweekend nadat er bij haar thuis was ingebroken. ‘Normaal gesproken vermoorden ze je vaak als je thuis bent terwijl ze inbreken. Maar ze hebben mij en mijn man gelukkig laten slapen,’ vertelt ze terwijl ze een AK 47 bekijkt. ‘Het opende mijn ogen. Ik wil leren hoe ik een wapen kan gebruiken. Je weet nooit wanneer je het nodig hebt.’ Horn zegt een fijn en normaal leven te leiden in Zuid-Afrika. Maar wel altijd achterom te kijken.

Leon Du Plooy is een 27-jarige IT-specialist. Hij doet aan de cursus mee omdat ‘muren, hekken en alarmsystemen niet meer genoeg zijn’. ‘We moeten onszelf beschermen en zorgen dat we veilig zijn. Ik durf nu niet eens van mijn woonplaats Potchefstroom naar Johannesburg te rijden. Maar ondanks de angst wil ik hier niet weg. Ik ben hier geboren. Ik wacht nu al een jaar op mijn wapenvergunning. Hopelijk wordt die snel goedgekeurd.’

De oudste deelneemster, Rita Bekker (69) uit Welkom, heeft ook het gevoel dat ze geen keuze heeft dan haar schietkwaliteiten op te poetsen. ‘Het geweld wordt alleen maar erger. Ik heb een 9 mm, maar die draag ik niet altijd bij me. Ik heb wel altijd mijn noodknop in mijn zak en als ik die indruk dan komt er een gewapende veiligheidsdienst naar mijn huis. Zij zijn snel. Ik ben nu te langzaam met mijn pistool.’

Eerst krijgen Annelies, Leon, Rita en de andere cursisten wat algemene adviezen van het grote team van cursusleiders. ‘Zondag tussen tien en één uur ‘s middags komen de meeste aanvallen op boerderijen voor,’ vertelt één van de trainers. ‘Je komt uit de kerk en bent ontspannen en onvoorbereid. En dan pakken ze je. Kijk altijd achterom als je van het dorp teruggaat naar je boerderij om te kijken of niemand je volgt. En neem honden die bijten. In de tijd waarin we leven heb je niets aan een hondje dat niet bijt.’

Nepgranaataanval

Daarna roept Meiring de cursisten naar buiten. Het is eerst nog even droog oefenen. In het donker tijgeren de cursisten over het gras terwijl ze met hun hand een pistool vormen. Met rotjes wordt er een nepgranaataanval uitgevoerd. De Afrikaners liggen doodstil plat op hun buik met de handen op het hoofd. Binnen wordt er geoefend met het doorladen en aanzetten van wapens. In de ochtend begint het echte werk.

Met de slaap in de ogen worden de cursisten meegenomen naar een open terrein aan het water. Hier krijgen ze de Uzi’s, AK47, R5’s, pistolen in handen. Dit is geen losse flodderwerk. Er wordt geschoten met scherp. Anders voelt het niet echt. Op deze zonnige zaterdag wordt er geoefend met het schieten op een schijf, het schieten vanuit struikgewas, het schieten vanuit een auto en het schieten in een huis, voor als de inbreker al bij je binnen is.

Deelnemer aan de cursus Roné Marx uit Brandfort in de Vrijstaat (26) staat met oordopjes in te wachten achter de vuurlinie totdat het haar beurt is. Tien maanden geleden is ze vanuit haar ouderlijk huis naar de boerderij van haar man verhuisd waar ze tweeduizend schapen en vierhonderd runderen houdt. ‘Als vrouw ben je vaak alleen op een boerderij. Ik moet weten wat te doen bij een aanval. We hebben altijd contant geld in huis om het personeel uit te betalen. ‘Alle zwarte mensen in de buurt weten dat.’

Marx is bang. Volgens haar worden zwarte Zuid-Afrikanen groot met geweld. ‘Ze maken elkaar dood voor 20 Rand (twee euro, red.)’ Maar haar angst gaat nog verder dan criminaliteit. Net als andere cursisten is ze bang voor de toekomst van Zuid-Afrika. Ze vreest dat haar land dezelfde kant opgaat als Zimbabwe, waar veel boeren van hun land zijn verdreven. Daarnaast wacht ze gespannen op de dag dat Nelson Mandela sterft. De oud-president wordt door sommige Afrikaners gezien als de man die alles bij elkaar houdt. Al jaren gaan er geruchten dat er een plan is om alle blanken in Zuid-Afrika uit te moorden na zijn dood.

Oorlog

‘We verwachten een oorlog, vertelt Isabella van Coppenhagen (29) die iets verderop staat met oordopjes in om het geluid van de schoten te verdragen. ‘Er hangt iets in de lucht. Ik merk het aan hoe ze naar me kijken. Ik ben bang dat er iets gebeurt als Mandela doodgaat. Ze geven ons de schuld voor wat er in het verleden gebeurd is; voor de apartheid. Ze haten ons echt. Maar we hebben geen ander land om naartoe te gaan. Ik zal vechten voor dit land.’

De Afrikaners praten tijdens het weekend vaak over ‘wij’, de blanken, en ‘zij’ de zwarten. Zuid-Afrika is nog niet de regenboognatie waar Mandela tijdens zijn bewind over sprak. Grote delen van de samenleving zijn geïntegreerd, zijn vrienden en werken met zij-aan-zij aan het nieuwe Zuid-Afrika. Anderen hebben nog niet kunnen wennen aan hen veranderde positie in het land.

Sinds het einde van de apartheid en het nieuwe democratische Zuid-Afrika hebben ze geen politieke macht meer. De angst voor criminaliteit is een handig apolitiek middel geworden waarmee de elite kan rouwen om het verlies van macht zonder nostalgisch te klinken naar het verleden, schrijft Altbeker, van het boek over criminaliteit in Zuid-Afrika. Volgens hem wordt de angst van de blanken verstrekt door bewuste en onbewust racisme.

Criminaliteit heeft de racistische angst voor zwarten mede in leven gehouden. Het zorgt voor het blijven bestaan van scheidingen tussen degenen die het gevoel hebben altijd het slachtoffer te zijn, blanken, en degenen die veelal de daders zijn, zwarten. Overigens lopen in Zuid-Afrika niet blanken maar zwarte jonge mannen het meeste kans om vermoord te worden.

100% boeremeissie

De 16-jarige Evette van der Walt, die de jongste cursusbegeleider is, zegt nog steeds in het oude Zuid-Afrika te geloven . Met haar lange blonde haren, trendy grote zonnebril en slanke postuur ziet Evette eruit als een model. Het grote geweer dat ze aanhaalt vormt een groot contrast. Ze heeft haar favoriete T-shirt aan met daarop de oude Zuid-Afrikaanse vlag en de woorden 100% boeremeissie, een verwijzing naar de T-shirts 100% Zulu die aanhangers van pas verkozen ANC-leider Jacob Zuma droegen tijdens het proces tegen hem voor verkrachting waar hij vorig jaar van werd vrijgesproken.

Evette gelooft niet in de huidige democratie. ‘Thuis heb ik het oude systeem van apartheid meegekregen,’ zegt ze zonder blikken en blozen en in dezelfde zin als dat ze vertelt interieur ontwerper te willen worden. ‘De meeste van mijn vrienden geloven wél in het nieuwe Zuid-Afrika en geven me ook problemen met mijn denkbeelden. Daarom ben ik graag hier.’ Ze stopt nog wat kogels in een pistool en geeft het aan een cursist.

Veel trainers en cursisten voelen zichzelf de underdog in het huidige Zuid-Afrika. Zoals Hes Bayes (36), die verzekeringen aan boeren verkoopt. ‘Blanken worden niet gelijkwaardig behandeld in Zuid-Afrika. Hun huis lijkt op een gevangenis om het gevaar buiten te houden.’ Boerin Marx: ‘Naar buiten toe zijn we een regenboognatie maar daaronder gaat het niet goed,’vervolgt ze. ‘We hadden apartheid, maar nu is het eigenlijk weer apartheid. We proberen een goede relatie met onze werknemers op te bouwen maar het racisme is nu omgedraaid. Ze zien ons altijd als racisten, als tweederangsburgers.’

Samen sterk

Juist omdat ze het gevoel hebben een zwakke positie te hebben in het nieuwe Zuid-Afrika vormt de gedeelde Afrikaner cultuur een belangrijk element tijdens het weekend. Er worden Afrikaner liedjes gezongen en de cursisten krijgen poëzie in het Afrikaans om deze ’s avonds, tijdens een soort bonte avond, voor te dragen. Het zorgt voor een gevoel van eenheid.

‘We willen onze cultuur behouden,’legt Bayes uit, die tijdens een weekend een praatje houdt over het Afrikanerdom. ‘Daarbij gaat het om eten, om liedjes om dans. En ons geloof; de meeste Afrikaners zijn christen. Er is een band tussen alle Afrikaners. We zijn elkaars familie. Het geeft me een gevoel van veiligheid dat ik mezelf met een wapen kan verdedigen. Onder elkaar zijn geeft me ook dat gevoel, maar op een andere manier. Samen staan we sterk en we mogen er trots op zijn dat we Afrikaners zijn.’

‘Racisme is geen deel van onze cultuur,’vervolgt ze. ‘Ik denk niet meer dat het bestaat, het is misschien zelf omgekeerd. Het zou kunnen dat er geweld gepleegd wordt tegen blanken uit haat. Maar ik denk dat de criminaliteit vooral te maken heeft met de economische situatie. Veel Zuid-Afrikanen leven nog in armoede. En iedereen is slachtoffer van criminaliteit. Blank en zwart.’





© Elles van Gelder. All material on this website is copyrighted. You can't copy, reproduce, publish or use this content in any other way, except if you have explicit permission.